Geboren: 26 juni 1694 in Riddarhytta (Westmanland).
Overleden: 29 april 1768 in Stockholm.
Zweeds scheikundige.
Studie
Hij studeerde mineralogie en scheikunde aan de Universiteit van Uppsala. Hij deed onderzoek met zijn vader, die naast een apotheek ook mijnen en een koper- en ijzersmelterij bezat,. In 1714 werd hij lid van het Mijncollege.
In 1718 ging hij reizen en studeerde hij o.a. 3 jaar geneeskunde en scheikunde bij Boerhaave in Leiden. In 1726 promoveerde hij in Reims tot doctor in de geneeskunde. Deze kennis bracht hij nooit in praktijk.
Loopbaan
In 1730 werd hij directeur / meester van de Munt in Stockholm. Later werd hij hoogleraar scheikunde aan de universiteit van Uppsala.
Belangrijkste werk
Zijn onderzoek deed hij aan de Munt, samen met zijn leerlingen H. T. Scheffer en A. F. Cronstedt. Zijn belangrijkste ontdekking was het element kobalt in 1735.